Het dorpsfort van Aulnat

In Aulnat zijn de overblijfselen van een oud dorpsfort bewaard gebleven, wat nog steeds te zien is aan de indeling en de namen van de straten.

In de 14e en 15e eeuw bouwden de dorpelingen versterkte wijken om zich te beschermen tegen de onveiligheid als gevolg van de Honderdjarige Oorlog (1337 - 1452). Deze versterkingen werden vaak naast een kasteel of een kerk gebouwd, zoals het geval is in Aulnat.

Het dorp Aulnat ontstond rond een motte, die als basis diende voor een heerlijk fort dat beschermd werd door een omheining en grachten. In 1253 werden het dorp en het fort verkocht aan de bisschop van Clermont en vervolgens in 1285 nagelaten aan het kapittel van de kathedraal van Clermont. In 1420 gaf het kapittel de Consuls, de beheerders van het dorp, de opdracht om het fort en de vestinggrachten te herstellen. Daarna, vanaf de 15e eeuw, werd de collectieve verdediging gereorganiseerd op de heuvel rond het kasteel: de inwoners bouwden een aureool van loges, zeer smalle woningen binnen de wallen die gebruikt konden worden in tijden van gevaar. Ze kregen ook het gebruik van de donjon in ruil voor een taille (belasting).

In de loop der eeuwen verloor de Place du Fort zijn defensieve rol. De gebouwen werden omgebouwd voor agrarisch gebruik, met name voor de wijnbouw, zoals in het geval van de vele kelders die nog steeds bestaan. Vandaag getuigen de cirkelvormige stadsvorm en een stuk muur, de rue du 14 juillet, en namen (rue et place du Fort, rue de La Tour) van deze vroegere vestingwerken.