Gorges de Ceyrat

De kloven van Ceyrat, die door de Artière uit een granieten plateau zijn gehouwen, herbergen een opmerkelijke flora en fauna die typisch is voor rotsachtige omgevingen.

De Artière is een kleine rivier met twee takken. De ene ontspringt ten noorden van Saint-Genès-Champanelle bij de Puy de Chatrat op een hoogte van 900 m en staat bekend als de Ruisseau de Saint-Genès. De andere, bij Manson, staat bekend als de Artière de Boisséjour. Deze twee takken komen samen in Beaumont, in het Parc du Stade, en de Artière stroomt vervolgens door Aubière en Aulnat, rond de Puy de Crouël in Clermont-Ferrand, voordat hij bij Les Martres-d'Artière uitmondt in de Allier. De kloven van Ceyrat komen overeen met de vallei van de Ruisseau de Saint-Genès, uitgesneden in de oostelijke rand van een granieten plateau ten zuidwesten van Clermont-Ferrand.

De kloven van Ceyrat zijn erkend als Natuurlijke Zone van Ecologisch, Faunistisch en Floristisch Belang (ZNIEFF). Ze herbergen een originele flora die typisch is voor rotsachtige omgevingen, met name vochtige kliffen in een koud microklimaat. Deze flora omvat een grote verscheidenheid aan mossen en korstmossen, Asplenium du Forez, een beschermde varensoort die inheems is in kliffen en rotsen, de Martagonlelie en de Spin Ophrys, inheems in kalkgraslanden. Onder de vogels is er een soort in achteruitgang die geassocieerd wordt met halfopen omgevingen, de miereneter. Twee soorten die op de regionale rode lijst van vlinders staan, leven ook in het gebied: de Grand Sylvain, een bossoort, en de Azuré des Orpins, verbonden aan rotsachtige gebieden.

Er is een bewegwijzerde wandelroute door de kloven van Ceyrat. Onderweg kom je de Samson dolmen en een kleine waterval tegen.