Gallo-Romeins fanum

Het basaltplateau van de Côtes de Clermont, dat 624 meter hoog is, is sinds het neolithicum op verschillende tijdstippen bewoond geweest́. In het bijzonder zijn hier de overblijfselen van een Gallo-Romeinse tempel bewaard gebleven.

Het basaltplateau van de Côtes de Clermont, dat 624 meter hoog is, is sinds het neolithicum op verschillende tijdstippen bewoond geweest. Tijdens de Gallo-Romeinse periode werd het plateau bewoond door een groot aantal mensen, mogelijk een secundaire nederzetting, met de overblijfselen van een heiligdom, openbare gebouwen en ambachtelijke activiteiten.

Rond 1930 brachten de eerste onderzoeken, uitgevoerd door Pierre-François Fournier, historicus en archivaris, overblijfselen uit het Gallo-Romeinse tijdperk aan het licht. Tussen 1957 en 1964 hervatte Paul Eychart, kunstleraar, schilder en archeoloog, zijn veldwerk.

De belangrijkste overblijfselen waren die van een kleine Gallo-Romeinse tempel van het type fanum, destijds onderdeel van een heiligdom met uitzicht op de stad Augustonemetum (Clermont), gelegen in het zuiden. De ingang was naar het oosten gericht en de vierkante cella (de centrale ruimte van de tempel waar het beeld van de godheid stond) was omgeven door een galerij, waarvan vandaag alleen het zuidelijke deel zichtbaar is. Deze overblijfselen staan sinds 1991 op de monumentenlijst.

De overblijfselen die bewaard worden in het Musée Bargoin in Clermont-Ferrand zijn het onderwerp geweest van nieuwe studies. Ze erkennen het monumentale aspect van bepaalde gebouwen op de site van de Côtes: een zuil en zijn kapiteel versierd met een zeldzame voorstelling van berenwelpen, en elementen van standbeelden (voet, paardenbeen, enz.). De godheid waaraan het heiligdom was gewijd is tot op de dag van vandaag onbekend en de chronologie van de site is onzeker, hoewel het grootste deel van het verzamelde aardewerk dateert uit de 1ste en 2de eeuw na Christus. Enkele stukken aardewerk en munten uit de tweede ijzertijd suggereren dat de site al voor de Gallo-Romeinse periode werd gebruikt, hoewel het niet mogelijk is om deze periode te karakteriseren. Analyse van het aardewerk geeft ook aan dat de site tot ver in de Vroege Middeleeuwen werd gebruikt.

In 2014 financierde de Association pour la sauvegarde des Côtes de Clermont-Chanturgue (ASCOT), met de hulp van de Franse overheid, groot onderhoud aan de fanum.